‘Als leidinggevende moet je durven spelen met je persoonlijkheden’
Harnold Braam (52) begon onderaan de ladder als werktouwbouwkundige. Door zichzelf continu te ontwikkelen schopte hij het tot directeur Noord Oost Nederland bij Stork. In die functie geeft hij inmiddels zeven jaar leiding aan zo’n 500 mensen. In het tweede deel van de nieuwe interviewserie van de VOMI Academie een gesprek met Braam over leidinggeven en jezelf ontwikkelen.
Kun je wat meer vertellen over de weg die je hebt afgelegd richting je huidige functie?
“Ik heb de mbo-opleiding werktouwbouwkundige gevolgd en ben 32 jaar geleden begonnen bij het huidige EQUANS. Daarna ben ik werkvoorbereider, projectleider, projectmanager en afdelingschef geworden. En op een gegeven moment directeur. Mijn vrouw zegt dat ik bewust bezig was met leren en ontwikkelen, maar voor mijn gevoel was dat niet zo. Ik ging gewoon leuke dingen doen, volgde mijn interesse en zocht uitdagingen. Want zodra iets een sleur wordt, vind ik het niet meer leuk.”
Hoe heb je jezelf precies ontwikkeld?
“Ik heb eindeloos veel trainingen gedaan en opleidingen gevolgd. En ik ben altijd bewust bezig geweest met soft skills. Eén à twee dagen per jaar kwam ik samen met mensen die een vergelijkbare functie hadden. Dan bespraken we dingen waar we tegenaan liepen en inspireerden we elkaar. Daarnaast heb ik nog altijd een externe coach, die ik eens per twee maanden zie. Het is heel waardevol om regelmatig te kunnen sparren.
“Ik ben echt een man van de praktijk. De theorie heb je wel nodig voor de basis, maar in de praktijk moet je je ervaringen opdoen en van zelfreflectie leren; wat heeft voor je gewerkt en wat niet. Dit op een zo authentiek mogelijke wijze. De basis is misschien wel gelijk, maar situationeel is er heel veel variatie nodig.”
Wat voor leidinggevende ben jij?
“In mijn ogen is leidinggeven oprecht betrokken zijn. Mensen voor je uitduwen in plaats van ze achter je aan laten lopen. Ik heb altijd opengestaan voor de factor ‘mens’. Het is geen proces of systeem die wat doet. Het zijn de mensen. Als je dat uitstraalt, voelen ze dat ook. Op mijn 22ste was ik voorman en moest ik vijftien man van een jaar of 50 in beweging krijgen. Dat viel niet mee. Maar daar leer je van. Zo heb ik mijn manier van leidinggeven mijn hele leven ontwikkeld. Naast dat ik betrokken ben, kan ik bijvoorbeeld ook wel lomp en streng zijn. Je moet durven spelen met je persoonlijkheden.”
In hoeverre stimuleer je anderen om te leren en zichzelf te blijven ontwikkelen?
“Het managementteam waar ik direct leiding aan geef, bestaat uit veertien mensen. Met hen heb ik één-op-één-gesprekken. We hebben een hele harde kant, met targets, functioneringsgesprekken, een visie, missie en vijfjarenplan. Maar dat wordt langzamerhand ouderwets. Ik vraag aan mijn mensen vooral hoe het gaat. Wat ik voor ze kan doen. Ik ga in gesprek om te ontdekken wat hun behoeften zijn. En uiteindelijk spreek je wat af en moeten ze het natuurlijk wel waarmaken. Dat is de cultuur die ik voor ogen heb en waarvan ik hoop dat het gekopieerd wordt tot in de diepste laag van de organisatie. Ik ga daarom weleens onaangekondigd koffie drinken in de keet. De vraag ‘hoe gaat het?’ is vaak al voldoende. Natuurlijk, bij een techneut moet je weleens doorprikken. Maar als je oprecht interesse toont, luistert en observeert, kom je er echt achter wat er speelt.”
En wat zijn je bevindingen? Druppelt de cultuur door?
“Nog niet overal. Een organisatie is als lagen klei. Soms duurt het wat langer. Het moet heel normaal zijn om aan mensen te vragen: vind je het nog leuk? Trek je het nog? Hoe zie je jezelf over vijf jaar? Hoe ga je gezond je pensioen halen? Want als je zo met die zware buizen blijft sleuren, loop je op je 45ste zo krom als een hoepel. We zijn natuurlijk als bedrijf de mensen dankbaar die vijftig jaar hetzelfde werk doen. Daar heb ik alle respect voor. Maar het moet ook normaal zijn dat mensen een tweede of derde carrièrepad beginnen.”
Als je met mensen spreekt over hun eigen ontwikkeling, wat geef je ze dan mee?
“Creëer voor jezelf geen glazen plafond. Dat is het belangrijkste. De basisvoorwaarden daarvoor zijn een werkomgeving waarin iemand zich thuis voelt en de ruimte krijgt om zich te ontwikkelen. En je hebt een leidinggevende nodig die je de ruimte geeft. De ruimte om fouten te maken. Niet één keer, maar veel vaker. Daar heb je natuurlijk een beetje geluk bij nodig, maar geluk dwing je ook zelf af. Als ik naar mezelf kijk, was ik een soort Pippi Langkous: ik heb het nog nooit gedaan, dus ik denk dat ik het kan. En als ik iets niet wist, schreef ik het op en zocht ik het op.”
Je hebt in al die jaren veel ervaring opgedaan. Kent de verschillende lagen in een organisatie. Als je de huidige tijd analyseert, wat valt jou dan op?
“Bij ons lopen er momenteel twee generaties door elkaar. Aan de ene kant zijn er de vijftigplussers. Die zitten over het algemeen directief ‘in de wedstrijd’. Ze zijn taakgericht en melden zich af als ze klaar zijn. Aan de andere kant heb je de jongeren, die meer uitleg willen. Waarom moet ik dit doen? Wat lost dit op? Beide houdingen zijn goed. Het vraagt alleen van mij als leidinggevende iets anders. Lassen blijft natuurlijk lassen. Maar het spel is om bij iedereen de juiste snaar te raken. Dat maakt het zo boeiend.”
Dus jouw manier van leidinggeven verandert?
“Dat geldt voor leidinggeven op elk niveau. Vroeger was een training een zoethoudertje voor mensen die een weerwoord gaven. Nu komen er mensen doelbewust naar je toe om het te hebben over hun ontwikkeling. Mensen zijn mondiger geworden en minder volgzaam. Natuurlijk, als de boel in de fik staat, moet er nog steeds geluisterd worden naar de commandant. Maar als het kan, meander je tegenwoordig meer naar een doel.”
Die oudere, ervaren generatie waar je over sprak gaat natuurlijk straks met pensioen. Hoe zorgen jullie ervoor dat hun kennis behouden blijft voor het bedrijf?
“Dat proberen we op meerdere manieren. We hebben Knowledge OnLine en SharePoint. We maken binnen Stork ook instructiefilmpjes, bijvoorbeeld over hoe je een las legt. En we hebben specialisten die een vraagbaken zijn voor collega’s. Iedereen kan ze bellen als ze vragen hebben. Die experts dragen ook een speciale badge.”
Tot slot nog even terug naar jezelf. Je bent nu 52. Wat is de volgende stap?
“Na zeven jaar als directeur ligt natuurlijk de sleur op de loer. Maar er is genoeg ruimte om dingen te doen die energie geven. Ik zou bijvoorbeeld graag mijn kennis steeds meer willen gaan overdragen door op scholen les te geven en intern mensen te coachen. Daar heb ik nooit voor geleerd, maar vind ik wel heel leuk.”